Sacramentswonder te Deyferne of Deyferne (Diever), waarvan sprake is in de Dialogus Miraculorum van Caesarius van Heisterbach.
Het wonder speelt zich af in het begin van de 13e eeuw. Het vertelt het verhaal van een in concubinaat levende priester Adolphus, die twijfel voelde over de tegenwoordigheid van Christus in het H. Sacra-ment. Op een dag droeg hij de H. Mis op en vlak voor het Agnus Dei, terwijl hij de hostie ophief om deze te breken, zag hij in die hostie Maria met het Kind Jezus op haar schoot. Toen hij de hostie omdraaide, zag hij op de keerzijde een lam.
In sommige versies van het verhaal - die in beschrijvingen van Drentse onderzoekers overigens niet voorkomen - draait hij de hostie nog een keer om en ziet als door een venster ietwat wazig Christus aan het kruis met het hoofd naar beneden. Adolphus vroeg zich - door schrik overmand - af of hij zo moest blijven staan of de dienst voortzetten. De verschijning verdween echter en Adolphus kon de H. Mis ten einde brengen. Omdat het volk verbaasd reageerde op hetgeen op het altaar gebeurde, besteeg de priester de preekstoel en vertelde het volk, wat hem was overkomen. De mensen waren zo onder de indruk dat zich spontaan vijftig mannen aanboden voor een te houden kruistocht. Historisch onderzoek heeft aangetoond, dat hiervoor alleen de kruistocht van 1217 in aanmerking kan komen. Het wonder gebeurde in de eerste week van juli, op het octaaf van Petrus en Paulus. De priester kwam tot inkeer en beterde zijn leven. Toen hij het verhaal aan zijn vrouw vertelde, ging deze naar het klooster in Runengen (Ruinen in Drenthe) om voor haar zonden te boeten. Men mag aannemen dat uit dit wonder een bedevaart is ontstaan, maar daarover is niets opgetekend.