1. Voormalige gemeente, zie: Midden-Drenthe.
2. Veenkolonie in de gemeente Midden-Drenthe (tot 1998 Smilde); hoofdplaats van de voormalige gemeente; 4408 inwoners en 1840 woningen (2000).
Gelegen aan de Drentsche Hoofdvaart, te midden van drie andere Smildes: Bovensmilde (noordoosten), Hijkersmilde en Hoogersmilde (beide zuidwesten), samen 17 km lang. Ten westen van de kolonies ligt de boswachterij Smilde, aan de oostkant het Smilder Oosterveld (bos, veen, vennen) pal ten oosten van de radio- en televisietoren Hoogersmilde.
Op een kaart van 1634: Smilderveenen en Hooge Smilde, in 1795 Hogersmilde, in 1858 De Smilde. In 1851-1923 ook Kloosterveen; Smilde is dan eerder de verzamelnaam voor de vier veenkoloniën tezamen. De betekenis van de naam is onduidelijk. Mogelijke verklaringen zijn afleidingen uit: a) smal, b) smeltitha = weke plaats, moerasgebied, c) smelten, week worden, d) smelha, smele = harde, lange stengel (veengras) en e) smelting, smilting en smeldiza = barnsteen.
In de eerste helft van de 17e eeuw was de veenontginning reeds groot van opzet in de Smildervenen. Vanaf 1613-14 werd de vervenig ter hand genomen door een groep Amsterdammers, verenigd in een compagnie van participanten in Diever en Leggeloo; zie: Dieverder en Leggeler Smildervenen. De turf werd over de Aa (Oude Vaart, Beilerstroom) via Meppel en de schutsluis bij Zwartsluis afgevoerd naar Holland. In de tweede helft van de 18e eeuw was het gedaan met de activiteiten van compagnie.
De Smildingervaart, een combinatie van Beilerstroom en de door de Compagnie van hieruit ter hoogte van Dwingeloo naar het noordoosten gegraven Heerengrift, was door verwaarlozing na 1730 zo gebrekkig, dat verdere ontginning alhier stagneerde. Na de totstandkoming van (een deel van) de Drentsche Hoofdvaart in 1770-1780 kreeg de veenontginning een nieuwe impuls. De turf was vrijgesteld van tolbetaling. In 1772 kocht ook de Annerveensche Heeren Compagnie veenplaatsen in de Smilder-, Klooster- en Halervenen aan.
Een van de gevolgen van de herleefde ontginning was een snelle toename van de Smilder bevolking: van 270 in 1742 tot 1321 in 1795. In 1780-88 kwam er te Hijkersmilde een hervormde kerk tot stand. In 1805 kwam te Smilde als één van de eerste plaatsen in Drenthe een gemeentebestuur tot stand, naast de grotere plaatsen Assen, Coevorden, Meppel en Hoogeveen.
De Afscheiding van 1834, o.l.v. ds. Hendrik de Cock uit Ulrum, sloeg in Smilde goed aan, mede door turfgraver Luitsen Dijkstra (1798-1871). Assen en Smilde werden nog in 1834 de eerste afgescheiden gemeenten in Drenthe. In 1835 ging De Cock zelf wonen in Bovensmilde. Een aantal Smildegers emigreerde met ds. A.C. van Raalte naar Michigan (V.S.). Hendrik Joffers, predikant in Den Haag sinds 1849, gaf als boer te Smilde leiding aan godsdienstige samenkomsten als één van de leerlingen van Frederik Kok en werd de voornaamste woordvoerder van de zgn. Drentse richting.
Omstreeks 1850 telde Smilde 144 joden. In 1846 kregen zij een synagoge. In 1870 behoorde Smilde tot de negen officiële Joodse Gemeenten van Drenthe. Naast hervormden, afgescheidenen en joden waren in Smilde ook rooms-katholieken aanwezig, meer dan 60 zielen. Hun parochie behoorde bij Assen.
In 1850 was Smilde na Hoogeveen en Meppel de derde plaats in Drenthe qua inwonertal, na 1900 ontwikkelde het zich tot een landbouwdorp met veenkoloniale akkerbouw. Na WO II zorgden nieuwe woonwijken voor komvorming in Smilde. De droogbloementeelt wordt verzorgd door Bloemendrogerij Smilde BV. De droogbloemenvelden zijn uitgegroeid tot een toeristische attractie met wandel- en fietsroutes. In de Drentsche Hoofdvaart is recreatievaart ontstaan; pleziervaartuigen volgen hier het verlengde van de Turfroute door Zuidoost-Friesland.
Bezienswaardigheden: het gemeentehuis (de in 1893 in neorenaissancistische vormen gebouwde 'Villa Maria', als raadhuis in gebruik genomen in 1931), het dwarshuis 'Assen-Rode' (ca. 1770 gebouwd voor de familie Rebenscheidt en vanaf 1860 in gebruik, na aanbouw van een schuur, als boerderij), enkele 19e-eeuwse villa's aan de Tramweg en het beeld 'De Bezieling', derde in een reeks van vier ter verbintenis van de vier kernen van de voormalige gemeente Smilde (T. Mersmann, 1999). Schimpnamen voor de inwoners: Veenkloeten , Wiesneuzen, Smildeger Wiend (opscheppers, snoevers) en Roet, gemeen slecht volk, afgeleid van het plantje SmildegerRoet = knopkruid. [Schaafsma]