Ook wel 'bijbeltjes veen'
Veensoort, gevormd uit het spitsbladige veenmos Spagnum Cuspidatum. Deze mossoort groeide als een soort drijftil in open water. Bij elk jaarlijks droogvallen stierf het af en kwam het als een vlies op de bodem te liggen . Dit proces herhaalde zich jaarlijks. Uiteindelijk ontstond een sterk gelaagde veenlaag. In droge toestand zijn daarvan minuscuul dunne laagjes af te pellen, het lijken dan boekblaadjes.
In de grond is het nagenoeg onbewortelbaar; wortels proberen zich tussen de laagjes te wringen. Er zijn voorbeelden bekend dat al slingerend wortels van graan en gras van een meter lengte slechts verdeeld zijn in een spalterlaag van 10 cm dikte. Dat is weinig effectief voor de vochtvoorziening.