(Weltevreden (Batavia) 1912 - Groningen 2000) Onderzoekster.
Studeerde sociale geografie in Amsterdam. Door haar huwelijk met W.A. Stork, die van 1936-1958 burgemeester van Dwingeloo was, kwam ze naar Drenthe. In haar woonplaats werd ze voorzitter van de plaatselijke afdeling van de Boerinnenbond. In 1952 promoveerde ze op het proefschrift De Drentse Boerin; haar plaats in de samenleving. Voor haar onderzoek werkte ze incognito als dienstmeisje bij een boerenfamilie in Gees. Haar proefschrift wordt baanbrekend genoemd.
Na de dood van haar echtgenoot, in 1962, deed zij onderzoek naar de levensomstandigheden van de jonge boer en zijn vrouw op het Hogeland van Groningen. Na een studie culturele antropologie werd ze in 1975 benoemd tot onafhankelijk adviseur van de minister van Ontwikkelingssamenwerking. Ze werkte mee aan de boeken Dwingelo in oorlogstijd (1995, samen met R. Smit) en Van plaggenhut tot bungalow (1989, verhalen van A. Waterbolk bewerkt door H. Lutterop). De Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen eerde haar door in 2001 de Daisy Stork-prijs in te stellen.