Oudstijds werd een onderscheid gemaakt tussen de verschillende kwaliteiten hooiland zoals dat in de stroomdalen van de Drentse diepjes lag. Het hooiland van de beste kwaliteit - aangeduid als 'stroomland' - lag direct langs de diepjes en werd daardoor gewoonlijk in de wintermaanden (en als het goed was alleen dán) overstroomd. Daarbij onderging het een zekere mate van natuurlijke bemesting. De oppervlakte ervan was relatief klein. 'Bovenland' daarentegen was hooiland dat ten opzichte van die diepjes en het 'stroomland' wat hoger lag en dus gewoonlijk de bemestende werking van het water ontberende moest. Zie ook: Stroomdalgronden.
Begrip
Stroomland
Literatuur
- Lit: Bieleman, Boeren Drentse zand.