Nederzettingen, ontstaan in een veenkoloniaal landschap.
Door de aard van de ontginning werden in de jongere, laat-18e- en 19e-eeuwse veenontginningen de nederzettingen langs het hoofdkanaal gesticht. Daardoor ontstond een streekdorp. Hoewel veenkoloniën in de letterlijke zin nederzettingen op afgegraven veengrond zijn, duidt men er gewoonlijk het Drents-Groningse veenkoloniale gebied mee aan. In de officiële indeling in landbouwgebieden komt de term alleen voor als aanduiding voor de Groninger veenkoloniën. De landbouw in de veenkoloniën is sinds de introductie van kunstmest zeer eenzijdig gericht op de productie van rogge en (fabrieks-)aardappelen.