Begrip

Veenstaking

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

Het neerleggen van het werk door veenarbeiders.

Stakingen in de venen waren een welbekend verschijnsel. Vaak bleef het bij bollejagen, maar soms breidde een staking zich snel uit. Bij voorkeur staakten de arbeiders in april op het moment dat het graafseizoen begon.

Zeer bekend zijn de stakingen van 1888. Na de strenge winter was de vraag naar turf groot. De arbeiders zagen hun kans schoon om hun eisen te stellen. Zij verzette zich niet alleen tegen de lage lonen, maar ook tegen de gedwongen winkelnering, dat is het verplicht kopen van goederen in de winkel van de vervener.

De stakingen werden in Zuidoost-Drenthe geïmporteerd door de radicale Friese seizoenarbeiders, die veelal in de socialist F. Domela Nieuwenhuis hun politiek leider zagen. De arbeiders trokken demonstrerend door de dorpen en her en der werden de ruiten bij verveners ingegooid. Aanvankelijk kregen de stakers enige toezeggingen, maar die werden later teruggedraaid. Bij stakingen greep de marechaussee die gelegerd was te Klazienaveen soms hardhandig in. Maar de stakers waren evenmin zachtzinnig ten aanzien van de werkwilligen.

Ook in de jaren '20 en '30 werd er zeer regelmatig gestaakt. Vooral de stakingen in 1921 en 1925 waren omvangrijk, want na de hausse gedurende WO I zagen de veenarbeiders hun inkomsten zienderogen slinken. Vaak werd een bemiddelaar door de Rijksoverheid aangesteld, maar dat was niet altijd het geval. Sommige verveners stelden zich keihard op. Zo stond Veldkamp uit Erica bij de vakbonden bekend om zijn halsstarrige houding.