Fictieve verhalen die, al of niet naast een schriftelijke overlevering, (ook) een mondelinge overlevering kennen of gekend hebben, die langer of korter, waar en wanneer dan ook, in een oraal circuit gecirculeerd hebben.
Er is in Drenthe nooit langere tijd en systematisch naar volksverhalen gezocht, en we weten dan ook weinig van het volksverhaal in Drenthe. Het enige aan het volksverhaal in Drenthe gewijde werk, Volksverhalen uit Drenthe, of: De bruid waarom niemand danste (1979) van H.J. Prakke, is een slordig en rommelig werk, dat veel varia biedt, maar nauwelijks 'echte' volksverhalen. Er is echter geen reden om aan te nemen dat er hier minder en slechter verteld werd dan elders. Alle in West-Europa gangbare genres van het volksverhaal, het sprookje, de sage, de legende, de anekdote, de mop en het humoristische volksverhaal (de klucht) stonden (en staan ten dele nog) ook op het repertoire van vertellers in Drenthe. Daarvan getuigen ook de vele volksverhalen die verstopt zitten in allerlei archieven (zoals dat van het Meertens Instituut te Amsterdam), in boekpublicaties van meer algemene aard, in tijdschriften en literair werk. Bij de verhalen in dat laatste is echter enige voorzichtigheid geboden; maar al te vaak worden door Drentse auteurs eigen opdenksels 'verkocht' als volksverhaal.
Vooral Harm Tiesing heeft in zijn talloze artikelen, kranten- en almanakstukjes vele verhalen uit de mondelinge overlevering vastgelegd. Hij geeft daarbij vaak ook mooie en informatieve beschrijvingen van de vertellers en de gelegenheden waarbij, en de redenen waarom ze verteld werden. Het bekendste, ook vele malen literair bewerkte Drentse volksverhaal is de sage van Ellert en Brammert.