Esdorp in de gemeente Tynaarlo (tot 1998 Vries, tot 1 december 1999 Zuidlaren) ten noorden van Vries, ten zuidoosten van Eelde-Paterswolde en ten zuiden van Groningen Airport Eelde. Gelegen pal ten westen van het wegdorp De Punt, waarmee het feitelijk één geheel vormt; gezamenlijk worden zij Yde-De Punt genoemd. Ten oosten van Yde-De Punt ligt het weidegebied Ydermade.
Bronnen vermelden voor het eerst: Ide (1206), Yde (1323) en IJde (1840). De naam kan zijn afgeleid van a) iwithja =groep taxusbomen, b) de persoonsnaam Ide.
Eind 19e eeuw bekend geworden door de vondst van een veenlijk, het Meisje van Yde. Verder is Yde bekend door de Spijkerboom of Breukenboom. Hierin sloeg men spijkers om van een breuk of ziekte af te komen. Naar deze boom is de Breukenweg genoemd.
Het esdorp bestaat uit drie oude kernen: de eerste rond de oude hof bij de kruising Norgerweg-Duinstraat, de tweede rond de brink, nu een dorpsbos met kruispaden, en de derde als Westerbrink aan de Kerkweg. De nieuwbouw is aangelegd tussen Bolhuisgat (zie onder) en Norgerweg in wijken aan weerszijden van de Duinstraat. De bebouwing aan de Norgerweg loopt over in die van De Punt.
Ten noorden van Yde liggen drie plassen: Bongveen (ven), Akkelingsgat of Eeldergat (visvijver) en Bolhuisgat (zandafgraving, vroeger illegaal zwembad). Deze laatste plas grenst aan een vuilnisbelt, die tot potgrond wordt verwerkt in het bedrijf aldaar. De wegen Moespot en Luchtenburgerweg zijn na WO II door de uitbreiding van het vliegveld Eelde doorsneden; aan de Eelder kant liggen de andere resten: Veldkampweg en Lugtenbergerweg. Aan de Vissersweg staat het radarstation van de luchthaven.
Bezienswaardigheden zijn de twee breukenbomen en galerie Brink 7. Verder ligt ten zuiden van de plaats het oude kerkpad (Kerkweg) naar Vries langs de Hondstong, het beekdal van de Runsloot met houtwallen, bosjes en zandpaden.
Schimpnamen voor de inwoners: Kulworsten (pochers, snoevers, zwetsers, vrome lieden), Gier-aolen of Poetaolen (puitaal, modderkruiper, Gadus Lota) en Gaanzen (lawaaimakende domkoppen). [Schaafsma]