Politieke stroming in de 18e eeuw die gebaseerd was op de idealen van de Verlichting (het geloof in de redelijkheid van de mens, vooruitgang van de maatschappij door ontwikkeling van zijn verstandelijke vermogens) en op oude grieven tegen de oligarchie van de Drost en de Oranjepartij.
In Drenthe was sterke Overijsselse beïnvloeding, waar de nationale leider Joan Derck van de Capellen tot den Poll actief was. De haard van de Drentse beweging was Meppel en omgeving, waar Carel de Vos van Steenwijk een leidende rol had. Andere edelen met patriottische gevoelens waren Roelof van Echten tot Echten en Derk van der Wijck op de Klencke.
De beweging leefde vooral onder de lokale intelligentsia en de kopstukken in handel en nijverheid. De kleine burgerij en arbeiders bleven overwegend Oranjegezind. Vanaf 1785 begon men zich te organiseren in exercitiegenootschappen of vrijcorpsen, officieel om zich te wapenen tegen internationale oorlogsdreiging, maar feitelijk om zich een sterkere positie in de eigen omgeving te verschaffen. Daarnaast waren er in verschillende plaatsen (Meppel, Sleen, Gieten) sociëteiten, politieke clubs die de beweging propageerden. De politieke tegenstellingen uitten zich in de Statenvergaderingen in een felle discussie over de wijze van stemming.
Eind 1787 herstelde de stadhouder echter zijn macht met hulp van Pruisische troepen. De meeste patriotten werden ontslagen uit hun functies. Ondanks een amnestie in januari 1788 en de mogelijkheid opnieuw de eed van trouw aan de stadhouder af te leggen bleef het verzet ondergronds leven, tot het in 1795, bij de inval van de Fransen, opnieuw een uitweg vond.