Drents adellijk geslacht dat ook in Overijssel veel voorkwam.
Al in de 14e eeuw is bekend dat Johan de Vos van Steenwijk goederen in Dwingeloo bezit. Als eigenaar van de havezaten Batinge, Ansen en Havixhorst maakte de familie deel uit van de Drentse Ridderschap.
Hendrik de Vos van Steenwijk (1522-1598) tekende in 1580 namens Drenthe de Unie van Utrecht. In de 17e en 18e eeuw oefenden telgen voorname functies uit als gedeputeerde, ette en rentmeester. In 1814 werd Godert Willem de Vos van Steenwijk (1747-1830) benoemd in de (hernieuwde) Drentse ridderschap, in 1816 Carel de Vos van Steenwijk (1759-1830). Zij voerden de titel baron. Uit de Dikninger tak werd Reint Hendrik de Vos van Steenwijk (1895-1964) geboren, die o.a. Commissaris der Koningin van Drenthe was. Een huidige nazaat de Vos van Steenwijk woont op Voorwijk in De Wijk.