Vaste commissievergadering van de landsdag, eenmaal per jaar gehouden en ingesteld in 1603.
De vergadering bestond vast uit de gedeputeerden en daarnaast uit twee leden van de Ridderschap en twee Eigenerfden per dingspil, die op de landsdagen werden gekozen uit de regelmatig comparerende volmachten. Op de rekendagen werden de jaarrekeningen van de rekenplichtige ambtenaren gecontroleerd. Dit waren de ontvanger-generaal, de secretaris, de rentmeesters en de ontvanger van de collaterale successiën en de vrijwillige verkopingen. Zij waren persoonlijk aansprakelijk voor de tekorten. Erg effectief was de controle niet: men kende elkaar te goed.