Begrip

Saalien

reageer

Uw reactie

Wij zijn altijd opzoek naar reacties om de kennisbank van Drenthe uit te breiden. Wanneer u een correctie wilt doorgeven of een lemma wilt aanleveren voor de Drentse encyclopedie dan kunt u onderstaand formulier gebruiken. Ontroerende anekdotes bij een lemma of anderszins bijzondere verhalen worden niet als zodanig opgenomen in de encyclopedie. Deze reacties zullen derhalve niet in behandeling worden genomen.

IJstijd met maximale uitbreiding van het landijs uit Scandinavië, van 250.000 - 130.000 jaar geleden, bedekte met een honderden meters dikke gletsjer heel Drenthe.

In Drenthe werd voor de gletsjer uit een dik pakket grof zand en grind afgezet, nog terug te vinden ten westen van de lijn Assen-Hoogeveen. Op sommige plaatsen met tussenliggende veenlagen die zijn gevormd in de relatief warme periodes (interstadialen) gedurende deze ijstijd. Tijdens het Hoogeveen-interstadiaal, zo blijkt uit de analyse van stuifmeel, stond ter plekke zelfs gemengd eikenbos. In het tweede deel van het Saalien raakt Nederland tot aan de grote rivieren bedekt met het Scandinavische landijs. Er werd een in dikte variërende laag keileem afgezet met zwerfstenen uit Zuid-Zweden. Deze keileem vormt de directe ondergrond van een groot deel van het Drents plateau. Smeltwaterafzettingen zijn enkel zeer lokaal aanwezig, zoals op de Benderse berg op de Dwingelose heide en onder de es van Amen.

In de vorming van stuwwallen is een aantal fasen te onderscheiden waarin het landijs zich terug trok en weer oprukte. De stuwwallen van Texel, Gaasterland, Steenwijk, Hoogeveen en Coevorden zouden tot de een na laatste fase behoren, die in Oost-Groningen tot de laatste. Van noordoost naar zuidwest zou het landijs de oudere stuwheuvels overgleden hebben. In de Hondsrug bij Emmen zit eveneens een stuwzone die mogelijk bij de een na jongste fase behoort. De stuw-richting staat evenwel haaks op de Hondsrugrichting. Het landijs raakte op het eind van het Saalien in een 'doodijs' fase, het groeide niet meer. In dat stadium baande zich wel een nieuwe ijsstroom, ter hoogte van Schiermonnikoog naar het zuid-zuidoosten. Deze stroom zou de verschillende ruggen van de Hondsrug hebben gevormd. Dit hoge gebied zou zich aanvankelijk verder oostelijk in het huidige Hunzedal hebben uitgestrekt en later door smeltwater zijn geërodeerd. Het Hunzedal zou door erosie van de noordnoordwest - zuidzuidoost stromende gletsjer zijn uitgesleten.