Laatneolithische veenweg in het Bourtangerveen, rond 2550 v.Chr. aangelegd door boeren van de Enkelgrafcultuur. Het wegdek bestaat uit al dan niet gekloofde, ca. 3 m lange stammetjes van els, berk, linde, eik en esdoorn, die slechts voor een beperkt deel van de weg ondersteund worden door in de lengterichting gelegde onderliggers.
De eerste waarneming gaat terug tot 1910. In 1955, 1960, 1964, 1980, 1981, 1991, 1992 en 1998 zijn grotere of kleinere delen van de minimaal 800 m lange houten weg door archeologen bestudeerd. De oorspronkelijke lengte - en dus ook de functie van de weg - is niet bekend. Sinds 1981 is de veenweg wettelijk beschermd, maar al even lang bedreigd door uitdroging. De tot op heden genomen inrichtingsmaatregelen bleken niet staat dit tij te keren. Voor de toekomst is een oplossing in de vorm van een infiltratiesysteem voorzien.