Verzamelterm voor twee groepen van vernieuwend onderwijs.
In de eerste plaats het traditionele vernieuwingsonderwijs. Daartoe rekent men de schooltypen en onderwijsvormen die al ontstonden aan het begin van de 20e eeuw onder invloed van de reformpedagogen, met als gemeenschappelijk kenmerk: een breuk met het klassikale, mechanische leren; uitgaan van de ervaringswereld en de ontwikkelingsmogelijkheden van ieder afzonderlijk kind. Tot deze groep behoren: dalton-, freinet-, jenaplan-, montessori- en vrijescholen.
De tweede groep wordt vaak gepresenteerd onder de noemer actueel vernieuwingsonderwijs. Het gaat daarbij om ErvaringsGericht Onderwijs (EGO), met als grondlegger de Leuvense hoogleraar F. Laevers, en om OntwikkelingsGericht Onderwijs (OGO), met als voornaamste woordvoerders F. Janssen-Vos en B. Pompert.
Kenmerkende elementen van beide schooltypen treft men aan in de onderbouw van vele basisscholen. Ook in Drenthe, dat twee uitgesproken EGO-scholen telt, één in Assen en één in Vledderveen. In Hoogeveen ontwikkelen zich twee scholen in de richting van het OGO-concept.