(Gieten 1932) Schrijver, dichter en taalactivist. Derde zoon van Gerhard Nijenhuis en Jentje Werners.
In het gezin Nijenhuis werd Nederlands gesproken; Drents sprak Gerard met de mensen in het dorp. Studeerde in de jaren '50 theologie in Groningen. In die tijd schreef hij Nederlandstalige gedichten - vooral sonnetten - en novellen voor diverse periodieken. Als beginnend schrijver gebruikte hij het pseudoniem Harm Werners, ontleend aan de namen van zijn grootvaders. In 1952 debuteerde hij met het Drentstalige gedicht In Memoriam in het maandblad Drenthe. In 1954 werd zijn novelle Biecht bij Franciscus (niet uitgegeven) bekroond in een prijsvraag ter gelegenheid van het congres van Vlaamse en Nederlandse Studenten. Ook schreef hij de teksten voor de rubriek 'Drentse dreumerijen', die in 1953-1954 door Hans Heyting voor de RON werden voorgelezen. Een selectie hieruit, de bundel Um 't Hemelriek, verscheen in 1955 onder pseudoniem.
Literair en algemeen cultureel was hij tot dan toe geïnspireerd door Ben van Eysselsteijn en dominee Jelte Boonstra, die huisvrienden van de familie waren. In zijn Groninger jaren richtte hij mede de Drentse Schrieverskring op en in 1956 was hij de geestelijke vader en medeoprichter van Oeze Volk. In hetzelfde jaar vertrok hij naar Amsterdam om zijn studie af te ronden; daarna werd hij predikant in IJmuiden, Zaandijk en Koog aan de Zaan.
In 1971 keerde hij terug naar Drenthe, twee jaar later verscheen een poëziebundel met de titel Tweetalig. Er staan Nederlands- en Drentstalige gedichten in van twee dichters: Nijenhuis en Heyting. Met Heyting had hij eind jaren '50 ook het toneelstuk Kribberij um 't Kamnet. Drents bliedspul in 3 bedrieven geschreven. In 1978 volgde de Nederlandstalige poëziebundel Leven op afstand, waarmee een zeer productieve periode aanbrak: Het dorp bestaat niet meer (1981), Dubbelspel (1983), Novemberlicht (1987), In aankomst ligt vertrek besloten (1990), Het omslaan van de tijd (1994) en Land in zicht (2000). Drentstalige bundels zijn: Onlaand (1983), Schoolschrift (1987) en Tekens van gemis (1992). Na Um 't Hemelriek schreef hij uitsluitend Nederlandstalig proza. In 1979 verscheen Het jaar van de ooievaar (ook op internet te lezen), gevolgd door Onteigening (1989) en Het portaal (1997).
Zowel in zijn proza als in zijn poëzie is homosexualiteit een belangrijk thema. Nijenhuis werkte mee aan de Drentse vertaling van het Marcusevangelie (1981) en was samensteller van Mandielig. Een bloemlezing Drentse poëzie (1983). Inmiddels had hij het predikantsambt vaarwel gezegd en was hij bedrijfsmaatschappelijk werker geworden. Daarnaast was hij, met tussenpozen, radiomedewerker. In zijn studententijd begon hij bij de RONO, die onder meer de eerste kerkdienst in het Drents - met Nijenhuis als voorganger - uitzond. Later werkte hij voor de VPRO en Radio Drenthe. Voor laatstgenoemde omroep presenteerde hij op zondagochtend 'In de mooie kaomer'.
In 1987 kreeg hij de Culturele Prijs van Drenthe en in 2002 won hij met vijf sonnetten de eerste prijs in een prijsvraag van de IJsselacademie. Nijenhuis woont thans in Bronneger waar hij samen met Jan Gilhuis 'De Hereboerderij', een erfgoedlogies, beheert met nu en dan een expositie van schilderijen. [Nijkeuter]